vrijdag 26 september 2014

Een knap staaltje Nederlandse taal in crisistijd...

Ik kreeg van mijn tante, die net als ik vertaalster is (of eigenlijk ben ik net als zij vertaalster. Zij Frans, ik Italiaans) een leuke e-mail: voor de taalliefhebbers onder ons!! Nou, een taalliefhebber ben ik zeker. Ik wil de inhoud graag delen met andere taalliefhebbers. Het gaat over de crisistijd:
 
De bananenhandelaar is de pisang en de tabakshandelaar is de sigaar.
De bakker verdient geen droog brood meer en de herenmode is de das omgedaan.
De lampenwinkeliers zien de toekomst duister in en de scheepvaart is de wind uit de zeilen genomen.
Menig timmerman heeft er net het bijltje bij neergelegd, terwijl de kousenfabrieken er geen gat meer in zien.
De horlogemakers zouden de tijd willen terugzetten en de confectie-industrie moet er een mouw aan passen.
De tuinders heeft men knollen voor citroenen verkocht en de binnenschippers zijn aan lager wal geraakt.
De chauffeurs zijn de macht over het stuur kwijt omdat de wegen aan belasting zijn bezweken.
De wielrenners weten niet meer rond te komen en de badmeesters kunnen het hoofd niet meer boven water houden.
De bierbrouwers moeten uit een ander vaatje tappen en voor de bioscopen valt het doek.
De kwekers zitten op zwart zaad, de schoorsteenvegers komen op straat te staan en de stratenmakers kunnen wel op het dak gaan zitten.
De mijnbouw graaft zijn eigen graf en bij Rijnmond gaat de pijp uit.
De NS zijn het spoor bijster, de luchtvaartmaatschappijen vliegen de lucht in, terwijl de metselaars in de put zitten en de caféhouder het zat is.
De kapper zit met zijn handen in het haar, de boer is uit het veld geslagen en de helderziende schemert het voor de ogen... 
Zou het helpen als de wapenindustrie inzag dat er geen schot meer in zit?
 
Leuk, toch?
 
 

zaterdag 6 september 2014

Op bezoek in Trentino-Alto Adige

Trentatrè trentini entrarono a Trento tutti e trentatrè trotterellando. Zo gaat een bekende Italiaanse scioglilingua, een tongbreker, die in dit geval je tong vooral laat rollen. Probeer maar. Het gaat over drieëndertig inwoners uit Trento die alle drieëndertig al dravend Trento binnenkwamen. Wij zijn maar met z'n drieen en komen Trento binnen rollen met een camper. We gaan op bezoek bij een neef van Andrea en zijn vrouw en drie kinderen.
 

Trento, de stad

Natuurlijk brengen we een bezoekje aan de stad Trento, de capoluogo (regionale hoofdstad) van de regio Trentino-Alto Adige (hoewel dat laatste deel ook wel Zuid-Tirol wordt genoemd). Hier stroomt de rivier de Adige, vandaar. Er zijn twee provincies: Trento en Bolzano. En in de provincie Trento ligt dus de stad Trento. Ik ben, als geboren en getogen Nederlandse, vooral onder de induk van het omliggende decor: overal bergen, wat een uitzicht! Het oude centrum van de stad is knus en doet een beetje Oostenrijks aan. Het voelt als een bergdorp. We vinden er een prachtig dorpsplein met een dom uit de dertiende eeuw die is gewijd aan San Vigilio en een Neptunus-fontein. Hoogtepunten onder de bezienswaardigheden die helaas aan onze neus voorbij zijn gegaan zijn het Castello di Buonconsiglio en het MuSe (museo della scienza), het wetenschapsmuseum dat huist in een gebouw dat is ontworpen door de Genueze architect Renzo Piano. Daarvoor moeten we nog een keer terugkomen. 
 

Lokale lekkernijen

Heel Oostenrijks of Tirools is het restaurant van bierbrouwerij Forst, te vinden in de Via Oss Mazzurana 38. Dit biermerk is opgezet door een familie uit Merano (BZ) die het lokale bier al sinds 1857 brouwt.  Ben je meer een wijndrinker dan moet je zeker een Teroldego proberen, afkomstig van de gelijknamige wijnstok die bijna alleen in Trentino word gecultiveerd. Ik stort me 's avonds, ondanks dat het nog zomer is, op een bord polenta met hertenstoofvlees, omdat ik graag iets typisch en streekgebonden eet. Heerlijk dat 'bergse' gevoel.
 

Gladde meren en groene heuvels

Na Trento rijden we richting Levico Terme, aangeraden door de neef. Deze plek is vooral bekend om de... juist, de termen. Termen omringd door luxe hotels. Maar daar komen we niet voor, wij hebben onze luxe camper. In de omgeving hebben we keuze uit twee meren: het Lago di Levico en het Lago di Caldonazzo. Het eerste klein en vrij van motorboten, het tweede groot en voorzien van watersportmogelijkheden. Helaas is het weer niet al te best en een frisse duik laten we dan maar schieten. We rijden wat rond om de omgeving te verkennen. In het hoger gelegen Tenna hebben we een prachtig uitzicht. Trentino is een en al natuurschoon. Meren te over en bergen zover het oog kan reiken.
 
Een pareltje dat je echt niet mag missen als je hier in de buurt bent is het Lago di Toblino, 170,49 hectare smaragdgroen water op 245 meter boven zeeniveau. Op een kleine landtong bevindt zich het Castello Toblino. We hebben geluk: het barretje met terras aan het water is maar zelden open, maar vandaag wel. We nemen een lekkere versnapering.
 
Al met al was ons verblijf hier van korte duur, maar lang genoeg om te ontdekken dat we het hier leuk vinden. Aanradertje dus.