donderdag 19 februari 2015

Rondje Toscane met de camper - deel 1

Langzaamaan beginnen we na te denken over komende zomer. Wat gaat we doen? Waar gaan we heen? Vorig jaar zijn we voor het eerst met een camper naar en door Italië gereden. Onze baby was toen 3 maanden oud en in een camper konden we makkelijk al die spullen die je nodig hebt voor zo'n kleintje meenemen. Het heeft ook iets gezelligs om zo met je eigen rijdende huisje op pad te zijn.

Wij hadden een Volkswagen T4 met wc'tje en verhoogd dak, dus we waren vrij zelfvoorzienend. Dat is fijn, want dan kun je ook eens een nachtje avontuurlijk op een parkeerplaats slapen. Italië is aan de ene kant misschien nog geen echt camperland, in vergelijking met bijvoorbeeld Frankrijk of Australië. Weinig gratis standplaatsen en veel verboden-voor-campers-borden. Aan de andere kant hebben we aardig wat Italiaanse campers voorbij zien komen. Echte bakbeesten voorzien van schotels en alle gemakken. Maar je moet een behendige chauffeur zijn wil je daarmee door de kleine Italiaanse straatjes manoeuvreren. Met ons T4-tje konden we tenminste af en toe nog doen alsof we geen camper hadden.

Op weg naar de middeleeuwen

Nadat we via Trentino naar Genua waren gereden om wat tijd door te brengen bij de familie, pakten we de camper weer in en trokken we zuidwaarts. Naar Toscane. Naar middeleeuwse dorpjes, uitgestrekte landschappen een heel veel lekker eten. Onze eerste stop was Volterra. Net buiten een van de zeven stadspoorten, de Porta Docciola, ligt een groot parkeerterrein waar je met een dagkaartje (8 euro) van 8 tot 20 kunt staan. Dat betekent wel dat er geen voorzieningen zijn. Een kraantje waar je koud water kunt tappen, maar daar blijft het bij. Primitief dus.

Achter de Porta Docciala vind je een heel wat oudere bron, de Fonte Docciala, overdekt met twee grote bogen, gebouwd in 1245 door ene meester Stefano. Een citaat van Gabriele D'Annunzio (Chi sciacqua le lenzuola alla Docciola, convien che l’acqua attinga alla Mandringa) voert ons terug naar vrouwen die hun was doen en meisjes die met bronzen kruiken hun water komen halen. Via de naastgelegen trap heb je meteen toegang tot het stadje. Nou ja, meteen? Het is een flinke klim. Boven aangekomen sloegen we rechtsaf naar het pleintje van San Michele en vervolgens richting de absolute hoogtepunten van Volterra: het Palazzo dei Priori, het achthoekige baptisterum van Johannes de Doper en de tegenoverliggende cattedrale di Santa Maria Assunta.

Ierse pub is altijd goed

Vanaf de Via Lungo le Mura del Mandorlo heb je uitzicht op de resten van een oud Romeins theater. Aan diezelfde weg vonden we een knus terrasje waar we onder de bomen neerstreken voor een biertje en een paar goeie bruschette. Ze hadden een hele lijst, dus we kozen voor een mix. Het terras hoort bij de Ierse pub Qvo Vadis, waar het 's avonds vast ook erg gezellig is. Hoewel er genoeg leuke Italiaanse barretjes zijn, heeft een goeie pub ook in Italië altijd veel sfeer. Elk stad heeft er dan ook wel een. Zowel in Rome als in Bologna heb ik tijdens mijn studententijd mooie avonden beleefd in een Irish.

Na ons smakelijke aperitivo, besloten we een delicatessenwinkeltje op te zoeken en met een tas vol lekker eten keerdn we terug naar ons kampeerplekje, waar we inmiddels een heleboel nieuwe buren hadden. Het avontuur was goed begonnen.

Wordt vervolgd...

maandag 9 februari 2015

Lachen om elkaars taal en cultuur moet kunnen toch?

Wie een tweede taal leert, krijgt onherroepelijk te maken met taalflaters en onbegrip. Met hachelijke situaties en lachwekkende gebeurtenissen. Dit omdat je bij een taal nu eenmaal ook de cultuur cadeau krijgt. En niet alleen Vinnie Ko, die uit een totaal andere wereld komt, maakt dat mee. Ook binnen Europa kunnen grappige situaties ontstaan. Laten we in deze sombere tijden eens lachen om elkaars verschillen in plaats van erover te vechten.

Heel zout gegeten

Mijn Italiaanse man en ik begrijpen elkaar niet altijd. Kwestie van cultuur. Ook al bestudeer ik de zijne al bijna 14 jaar en woont hij al 8 jaar in Nederland. Hij leert nu ook Nederlands. Oefenen doen we meestal tijdens het koken. Toen hij eens op mijn verzoek en met een recept uit de Allerhande een courgettesoep had gemaakt, moest ik natuurlijk proeven. 'Mmm... beetje zout,' zei ik. Hij pakte de zoutpot en ik kon nog maar net voorkomen dat er een extra snuf in ging. Wist hij veel dat zout in het Nederlands zowel bijvoeglijk naamwoord (!) als zelfstandig naamwoord (!) is en niet twee verschillende woorden zoals in het Italiaans: sale (zelfstandig naamwoord) en salato (bijvoeglijk naamwoord). Aangezien Italianen nogal zout eten, ging hij er dus vanuit dat het soepje te flauw was en dat er 'een beetje zout' bij moest.

Lekker slapen?

Italianen kunnen bij mij Nederlands leren. Dat levert mooie verhalen op. Laatst ging het over leuke dingen doen in het weekend. Bijvoorbeeld lekker uit eten gaan, mangiare fuori, waar fuori letterlijk 'buiten' betekent. We kunnen natuurlijk ook lekker uitslapen. Wat betekent dat dan? Dormire fuori, opperde iemand. Ja, dat is een logische gevolgtrekking, maar als ik vraag of ze 'buiten slapen' in Nederland normaal vinden, moeten ze daar wel om lachen. Over slapen gesproken... Toen ik eens in een les de voltooid tegenwoordige tijd had uitgelegd, vielen er bij een aantal studenten wat kwartjes. Ik heb gegeten, ik heb geslapen... Iemand mompelde hardop: 'Ah, dus dat vroeg ze... Heb je lekker geslapen?' En voor dat ik er erg in had, zei ik: 'Wie vroeg dat? Niet je collega lijkt me, want Nederlandse collega's vragen dat soort dingen doorgaans niet.' De arme jongen kreeg een kop als vuur, maar kon er wel om lachen. En wij hadden elk onze eigen interpretatie van zijn blozen.

Getrouwd?!

Ik ging laatst tolken bij de notaris. Dat doe ik regelmatig. Steeds meer Italianen kopen in Nederland een huis en hebben bij het passeren van de akte een tolk nodig als ze geen Nederlands spreken. Zo werd ik via Facebook benaderd door een Italiaanse jongen. Via via had hij begrepen dat ik beëdigd ben en na het zien van mijn profielfoto, wilde hij mij graag als tolk (dit heeft hij me zelf verteld). In het laatste deel van de akte staan ook altijd de persoonsgegevens van de tolk, die verklaart de inhoud van de akte te hebben vertaald... enzovoorts. Dus leest de (vrouwelijk, maar dat terzijde) notaris voor: 'Tevens verscheen voor mij mevrouw Bunnik, geboren te, blablabla getrouwd.' Nog voor ik dat kan vertalen, draait die Italiaanse jongen zich met een ruk naar me om: 'Getrouwd?!' Dus zegt die (vrouwelijke) notaris: 'Eh ja, het spijt me voor je.' Dat ene woord begreep hij kennelijk wel. We konden er allemaal erg om lachen. Ik kan er nog steeds om blozen.

Haring met oeitjes

Spreek dat Nederlands maar eens uit

Soms gniffel ik ook een beetje om de uitspraak van die Italianen. Waar hun 'u' wordt uitgesproken als een 'oe' hebben zij natuurlijk ook het inmiddels bekende huur-of-hoer-betalen-probleem. Grappig vind ik ook 'een broodje ei met oei', of: 'Hoe gaat het met joelie?' 
Of neem die harde z, die meer een ts is, zoals in pizza (pietsa). Als we dan spinazie eten zegt mijn Italiaan altijd spinaatsie, en zie ik allemaal groene Hitler-mannetjes voor me. Nou ja, soortement van dan.

Een Griek kent geen roze limonade

Op de open dag van de volksuniversiteit zat ik met andere taaldocenten in hetzelfde lokaal informatie te geven over onze cursussen. De koffiedame kwam langs met koffie en thee en had voor de verandering een kan limonade gemaakt. O, daar had de Griekse leraar Grieks wel zin in. Dus die nam een bekertje. Later vertelde hij me dat het helemaal geen limonade was. Het was namelijk roze en het smaakte helemaal niet naar citroen. Hoe had die koffiedame zo'n fout kunnen maken! *knipoogt*

Ach, in deze multiculturele wereld waarin mensen nog elke dag migreren overkomt het ons allemaal. Leuk, toch? Heb jij ook zo'n anekdote? Deel hem hieronder.