donderdag 4 april 2013

Bologna, en hoe het allemaal begon...

In groep 7 kregen we de opdracht om in groepjes van vier een werkstuk te schrijven over een (Europees) land. Ik kan me nog goed herinneren dat ik volmondig 'Italië!' riep. Ik weet alleen niet meer waarom. Dat werkstuk heb ik nog steeds. Mijn favoriete stuk gaat over Bologna. Ik weet niet meer wie van ons het heeft geschreven, maar er staat: In Bologna staan twee torens, de "Due" en de "Torri". Fantastisch! Nu weet ik dat due 'twee' betekent en torri 'torens'. En dat die twee torens in Bologna de Asinelli en de Garisenda heten.
 
Nu weet ik ook dat het de stad van de drie T's is: Torri, Tette e Tortellini.  In eerste instantie dacht ik dat tette (tieten) een typefout was en dat het tetti (daken) moest zijn. Bologna is namelijk fameus om haar rode daken. Daarom wordt ze ook wel la rossa genoemd. Ook vanwege het veelal communistische karakter van haar inwoners. Maar ze is ook la grassa (de vette), vanwege de heerlijk en ietwat dikmakende keuken. En ze is  la dotta (de geleerde), vanwege de oudste universiteit van Europa die zich in haar midden bevindt. Die tieten worden overigens schaamteloos getoond op een grote fontein op het Piazza Nettuno. Ik heb me laten vertellen dat Bologna van nogal losbandige aard is.
 
Vanavond ga ik terug naar deze stad, waar welbeschouwd de basis is gelegd voor mijn carrière als italianist. Waar mijn passie voor Italië en de Italianase cultuur is uitgebloeid tot wat eerst een obsessie was en nu onlosmakelijk deel uitmaakt van mijn leven.

In 2002, na mijn eerste studiejaar ging ik op negentienjarige leeftijd helemaal alleen met het vliegtuig naar Bologna. Dat was toen nog heel spannend. Ik had alle grammatica geleerd en al mijn tentamens gehaald. Het zou goedkomen!
We gingen een zomercursus doen aan het CILTA (Centro Interfacoltà di Linguistica Teorica e Applicata). Alle deelnemende studenten hadden een studentenhuis toegewezen gekregen waar ze tussen de Italiaanse studenten zouden vertoeven. Mij was het meidenhuis ten deel gevallen. Alleen maar dames en ik had niet eens mijn eigen kamer. Die moest ik delen met een Italiaanse die bij mijn aankomst niet aanwezig was, maar wel na mijn eerste (stap)avond in haar bed op mijn kamer lag toen ik om vier uur 's nachts thuiskwam.
Onze lessen waren 's ochtends, van 09.00 tot 13.00. Daarna waren we vrij. Vrij om onze taalkennis in de praktijk te brengen. Die praktijklessen vonden echter veelal 's avonds plaats. Tijdens het uitgaan. In de Ierse pub, in de Giardini Margherita, in de Baraonda. En al gauw waren de lessen op school niet meer zo interessant.
 
In Bologna heb ik mijn eerste droom in het Italiaans gedroomd. Dat schijnt een teken te zijn dat je de taal onder de knie hebt. Ik denk dat ik gewoon een beetje dronken was. In Bologna heb ik kennis gemaakt met Tiziano ferro, met carabinieri en pasta al pesto. In Bologna kwam ik erachter dat Italiaanse mannen zich niet generen bij hun versierpogingen. En dat mensen je op straat veelal groeten en winkeliers en barmannen je de volgende dag herkennen. Dat zelfs de uitsmijter van onze stamkroeg me vier jaar later nog niet is vergeten. In Bologna heb ik elf jaar geleden een vriendschap gesloten die nog altijd voortduurt en met de jaren steeds sterker is geworden. Het is om deze vriendschap dat ik vanavond terugga naar Bologna!
 
 

1 opmerking:

  1. Ik herinner me nog goed hoe uitgelaten je was over Bologna toen we je daar kwamen ophalen voor een vakantie in Rimini. Je hebt mij in ieder geval ook meteen verleid met die overheerlijke pasta pesto.

    BeantwoordenVerwijderen