donderdag 27 juni 2013

De internetgegevens van een vertaler

Nu al die klokkenluiders dagelijks in het nieuws zijn en er rare verhalen de ronde doen over NSA, CIA, FBI en andere spannende organisaties die onze berichten aftappen, onze computers kraken en over onze telefoon- en internetgegevens beschikken, begin ik me toch een beetje zorgen te maken. Ik heb helaas niets te verbergen, maar ik vertaal wel boeken. En dat betekent dat ik puur beroepsmatig wel eens op 'bepaalde' websites kom. Want van 'bepaalde' onderwerpen weet ik nu eenmaal niets af. Seks, drugs, wapens, dat soort dingen. Maar die dingen komen wel voor in boeken. In boeken die ik vertaal.
 
Neem nou pokeren. Pokeren is hip. Maar ik vind er niet veel aan, dus speel geen potjes poker. Hoe heten dan al die pokertermen? Wat is een flush, een pass, een call? En drugs! In meerdere boeken worden drugs gebruikt. Hier en daar een jointje, maar ook amfetamine en vooral veel coke. Voor Parlami d'amore moesten we op zoek naar allerlei bijnamen voor cocaïne: sos, witje, poedersuiker, sneeuw. In de vertaling waar we nu mee bezig zijn wordt het hele proces beschreven van het verkrijgen van crack: Cocaïnehydrochloride, kortweg cocaïne genoemd, kan in kristalvorm worden gerookt, crack, die je verkrijgt middels een zuiveringsproces tot de base van de substantie, de freebase, waarvoor ammoniak of water en zuiveringszout wordt gebruikt om hem van de rotzooi te ontdoen waarmee die wordt versneden. Tja, je moet het als vertaler maar weten. En als je het niet weet, zoek je het op. Op internet. 

Ja, en wapens? In een trilogie over een politiecommissaris komen wapens voor. In een historisch oorlogsroman komen wapens voor. Zelfs in een liefdesroman worden wapens gebruikt. Maar wat weet ik nou van wapens? Hoe zit het met kalibers en vizieren? Karabijnen, kalasjnikovs, luchtbuksen, harpoenen. Hoe ziet zo'n geweer er uit? Google images biedt uitkomt, maar is wapens kijken op internet tegenwoordig niet verdacht?

Deze vertaler zit dus regelmatig op wapen- en drugssites te snuffelen. En aangezien ik Italiaanse boeken vertaal zoek ik nog weleens iets op over de Italiaanse (historische) maatschappij: Loden Jaren, bomaanslagen, bloedbaden, fascistische en communistische bewegingen, Rode Brigades, Zwarthemden, partizanen, ss-leuzen, ontvoeringen van ministers, maffiapraktijken, fraude- en omkoopschandalen en meer van dat soort gezelligs. 
 
Ik ga ervan uit dat ik als eenzaam boekvertalertje niet interessant ben voor de geheime diensten op deze aardbol en dat niemand me in de gaten houdt. Anders wordt het toch weer ouderwets door papieren encyclopedieën bladeren.
 

dinsdag 28 mei 2013

Viola & Luce, en hun geheim

In het holst van een zwoele lentenacht krijgt Viola, moeder en echtgenote, een telefoontje van haar man Carlo. Ze neemt echter niet op want ze is bij haar minnaar. Als ze 's morgens het bericht afluistert, hoort Viola dat haar dochter in coma ligt. Verteerd door schuldgevoel spoedt ze zich naar het ziekenhuis. De chirurg vertelt dat de zestienjarige Luce drugs heeft gebruikt en ernstig verzwakt is geraakt. Zij kan alleen overleven als ze een levertransplantatie krijgt. Helaas is de lever van Carlo geen match. En dat heeft een reden: al eerder heeft Viola Carlo bedrogen en sindsdien draagt ze een afschuwelijk geheim met zich mee. Maar als ze het geheim nu niet prijsgeeft, zal Luce overlijden. Viola beseft dat ze tot het uiterste moet gaan om haar dochters leven te redden.

Met deze informatie op het achterplat begon ik aan de roman Viola & Luce van Sara Rattaro, in de vertaling van Saskia Peterzon-Kotte. Als lezer weet je dat er een geheim is, een groot geheim. Je weet ook dat het boek niet zo heel dik is en dat je er dus snel achter zult komen. En meteen vanaf de eerste bladzijde kun je niet wachten om dit grote geheim te ontdekken, want meteen vanaf de eerste bladzijde grijpt het verhaal je naar de keel. Een benauwende situatie. Paniek. Woede. Meteen weet je dat Viola iets heel ergs heeft gedaan.
 
Het geheim is niet zo moeilijk te raden. Al vrij snel komen we erachter dat Viola niet zo'n trouwe echtgenote is. En dat ze dat eigenlijk nooit is geweest. We lezen over haar gecompliceerde verhouding met haar schoonmoeder en over haar man Carlo, die meer van haar houdt dan van zijn eigen leven. In combinatie met wat het achterplat ons vertelt, is een vermoeden snel gevormd. De opbouw van het verhaal houdt ons echter nog even in spanning. De lezer schakelt voortdurend tussen heden en verleden, waardoor hij of zij steeds een nieuw puzzelstukje krijgt aangereikt. Rattaro heeft dat heel mooi gedaan en daarmee een zeer aangrijpend verhaal geschreven. Als je in het heden bent wil je weten wat de voorgeschiedenis is, maar als je in het verleden bent wil je terug naar het heden om te kijken hoe het met Carlo en Luce gaat.
 
We zien de emoties van een vader en een moeder, van Viola en Carlo. We zien de immense impact van een gebeurtenis uit het verleden op het heden. We voelen de sterke band tussen vader en dochter en een moeder die verre van perfect is, maar die ergens wel de sympathie van de lezer wekt, en die op het meest cruciale moment in haar leven tot het uiterste gaat voor haar kind. Want als je het geheim eenmaal hebt ontdekt, dan ben je er als lezer nog niet. Gedane zaken hebben nu eenmaal geen keer en voor Viola komt het moment dat ze verantwoording moet afleggen voor haar daden. En dat doet ze op wonderbaarlijke wijze.
 
Ook benieuwd geworden naar dit 'geheimzinnige' verhaal? Koop dan hier en nu Viola & Luce:
 

donderdag 2 mei 2013

'Bloedgeld' van Edward Hendriks

Toen bij ons de kou en het winterse weer maar aanhield, ging ik op zoek naar wat warmte. Met een goed boek en een kop thee op de bank dacht ik mijn koude dagen wel door te kunnen komen. Een thriller die zich afspeelt in Napels, met de titel Bloedgeld, beloofde me veel goeds. In het zuiden van Italië, in de Case al Sole, zou ik overwinteren.

Een olijfboomgaard, een brandende zon, een koffiebar waar Sofia heerlijke koffie serveert. Ik ben in gedachten in Italië. Al snel breekt het zweet me uit als de hoofdpersoon Wessel geen inspiratie kan vinden voor zijn schrijfopdracht. Hij heeft dringend geld nodig. Zijn vriendin, Sanne, is eigenlijk helemaal niet blij met hun verhuizing naar Zuid-Italië. Warm krijg ik het van de mediterrane hitte. Van de mysterieuze buurman Giorgio en zijn geheimzinnige praktijken. Van de passionele seksscène tussen Giorgio en Sanne in het weekend van Ferragosto, terwijl Wessel een dubieuze opdracht uitvoert voor Giorgio.
Aan het boek gekluisterd ben ik in de angstaanjagende nacht waarin Sofia wordt aangevallen en haar moeder wordt vermoord. Ik kreeg het Spaans - of Italiaans? - benauwd van de beklemmende situatie waarin Wessel zich bevindt als hij verdacht wordt van moord. Met kloppend hart lees ik hoe hij vlucht naar Nederland. Hoe hij vervolgens weer terugvlucht om de belangrijkste deadline van zijn leven te halen.

Hoe de vork precies in de steel zit, weet je - zoals het een goede thriller betaamt - pas aan het einde van het boek. Natuurlijk heb je als lezer vertrouwen in je hoofdpersoon, maar soms vraag je je, net als zijn vriendin toch af: Had de aanhoudende mediterrane hitte zijn hersenen langzaam maar zeker gekookt?

Een heerlijke pageturner om je aan op te warmen. Of om gewoon lekker te lezen. Voor wie van Italië en van spannende boeken houdt, zoals ik. En mocht je het tijdens het lezen echt te warm krijgen, kun je altijd wat verkoeling zoeken in het zwembad op het omslag. Maar je zult zien: dit boek sla je niet snel dicht.
 
Benieuwd? Koop Bloedgeld van Edward Hendriks dan nu:


zondag 14 april 2013

Een goede, snelle of goedkope vertaling?

Als freelance vertaler heb je het er maar druk mee: je moet niet alleen je teksten goed vertalen en op tijd inleveren, je moet daarnaast ook jezelf (en je vertalingen) verkopen. Om nieuw werk te genereren zul je je vertaalkunsten aan de man moeten brengen. Eerst moet je zorgen dat je vertaalopdrachten binnenkrijgt en daarna dat je je klanten tevreden houdt. Kortom, er zit ook een commerciële kant aan het vertalersvak. En dat is een vak apart. Een woordtarief bepalen, reclame maken voor jezelf, vertaalbureaus aanschrijven en ga zo maar door. Uiteindelijk gaat het erom dat ze jou nemen en niet naar de conculega gaan.
 
Voordat ik als freelancer begon heb ik gelukkig eerst wat werkervaring opgegaan en mijn eerste baan was toevallig een zeer commerciële, daar heb ik mooi mijn vruchten van geplukt. Van mij werd verwacht dat ik klanten enthousiast maakte voor Italiaanse buisconstructies en technische aanverwanten. Mijn collega in de buitendienst zou daarna de bal inkoppen. Vers van de universiteit had ik nog nergens kaas van gegeten, maar mijn eerste baas was een ster in verkopen. Die heeft mij de fijne kneepjes van de verkoopkunst bijgebracht. Dat betekent niet dat ik nu mensen vertalingen aansmeer die ze niet nodig hebben, maar ik heb wel een ding geleerd dat ik graag zou willen delen met andere vertalers, en met name met vertaalbureaus:
 
Iedere aanbieder van welk product of welke dienst dan ook biedt een bepaalde kwaliteit, heeft daarvoor een bepaalde levertijd nodig en vraagt voor dat alles een prijs. Dit zijn drie zeer belangrijke elementen: kwaliteit, levertijd en prijs. Welke klant zou die nou niet alle drie tegelijk hebben? In mijn geval dus een snelle, goede en goedkope vertaling. Dat betekent dat een welwillend vertaler snel en goed zijn best moet doen, maar daar niet voor beloond hoeft te worden. Maar vertalen is toch gewoon een vak? En een vertaling is toch gewoon een product?
 
In de commerciële wereld hebben ze het volgende afgesproken: je mag van de drie bovengenoemde elementen er twee uitkiezen, geheel naar eigen keuze. Een snelle en goedkope vertaling? Kan, maar dat is dan natuurlijk nooit een heel goede. Kwaliteit belangrijk, maar weinig budget? Dat kan, alleen dan niet meteen. Liever toch snel in huis en wel een goede vertaling? Dan zul je wat dieper in je buidel moeten tasten.
 
Dat is toch een eerlijke deal? Wij vertalers houden van ons vak, maar moeten ook brood op de plank brengen en 'erger' nog: we willen graag serieus genomen worden. Dus beste vertaler die voor 6 cent per woord zit te ploeteren, bedenk dit: heb je toch snel en goed werk geleverd? Dan ben je óf een dief van je eigen portemonnee óf je hebt gebrek aan eigenwaarde.
 

donderdag 4 april 2013

Bologna, en hoe het allemaal begon...

In groep 7 kregen we de opdracht om in groepjes van vier een werkstuk te schrijven over een (Europees) land. Ik kan me nog goed herinneren dat ik volmondig 'Italië!' riep. Ik weet alleen niet meer waarom. Dat werkstuk heb ik nog steeds. Mijn favoriete stuk gaat over Bologna. Ik weet niet meer wie van ons het heeft geschreven, maar er staat: In Bologna staan twee torens, de "Due" en de "Torri". Fantastisch! Nu weet ik dat due 'twee' betekent en torri 'torens'. En dat die twee torens in Bologna de Asinelli en de Garisenda heten.
 
Nu weet ik ook dat het de stad van de drie T's is: Torri, Tette e Tortellini.  In eerste instantie dacht ik dat tette (tieten) een typefout was en dat het tetti (daken) moest zijn. Bologna is namelijk fameus om haar rode daken. Daarom wordt ze ook wel la rossa genoemd. Ook vanwege het veelal communistische karakter van haar inwoners. Maar ze is ook la grassa (de vette), vanwege de heerlijk en ietwat dikmakende keuken. En ze is  la dotta (de geleerde), vanwege de oudste universiteit van Europa die zich in haar midden bevindt. Die tieten worden overigens schaamteloos getoond op een grote fontein op het Piazza Nettuno. Ik heb me laten vertellen dat Bologna van nogal losbandige aard is.
 
Vanavond ga ik terug naar deze stad, waar welbeschouwd de basis is gelegd voor mijn carrière als italianist. Waar mijn passie voor Italië en de Italianase cultuur is uitgebloeid tot wat eerst een obsessie was en nu onlosmakelijk deel uitmaakt van mijn leven.

In 2002, na mijn eerste studiejaar ging ik op negentienjarige leeftijd helemaal alleen met het vliegtuig naar Bologna. Dat was toen nog heel spannend. Ik had alle grammatica geleerd en al mijn tentamens gehaald. Het zou goedkomen!
We gingen een zomercursus doen aan het CILTA (Centro Interfacoltà di Linguistica Teorica e Applicata). Alle deelnemende studenten hadden een studentenhuis toegewezen gekregen waar ze tussen de Italiaanse studenten zouden vertoeven. Mij was het meidenhuis ten deel gevallen. Alleen maar dames en ik had niet eens mijn eigen kamer. Die moest ik delen met een Italiaanse die bij mijn aankomst niet aanwezig was, maar wel na mijn eerste (stap)avond in haar bed op mijn kamer lag toen ik om vier uur 's nachts thuiskwam.
Onze lessen waren 's ochtends, van 09.00 tot 13.00. Daarna waren we vrij. Vrij om onze taalkennis in de praktijk te brengen. Die praktijklessen vonden echter veelal 's avonds plaats. Tijdens het uitgaan. In de Ierse pub, in de Giardini Margherita, in de Baraonda. En al gauw waren de lessen op school niet meer zo interessant.
 
In Bologna heb ik mijn eerste droom in het Italiaans gedroomd. Dat schijnt een teken te zijn dat je de taal onder de knie hebt. Ik denk dat ik gewoon een beetje dronken was. In Bologna heb ik kennis gemaakt met Tiziano ferro, met carabinieri en pasta al pesto. In Bologna kwam ik erachter dat Italiaanse mannen zich niet generen bij hun versierpogingen. En dat mensen je op straat veelal groeten en winkeliers en barmannen je de volgende dag herkennen. Dat zelfs de uitsmijter van onze stamkroeg me vier jaar later nog niet is vergeten. In Bologna heb ik elf jaar geleden een vriendschap gesloten die nog altijd voortduurt en met de jaren steeds sterker is geworden. Het is om deze vriendschap dat ik vanavond terugga naar Bologna!